> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

Ruimte voor verpleegkundig specialisten ouderenzorg in de eerstelijn

11 juli 2020

Sinds 1 januari 2020 bestaat de zogenaamde ‘Geneeskundige Zorg voor Specifieke Patiëntgroepen’ (GZSP) als onderdeel van de Zorgverzekeringswet. Het is een manier om expertise op het gebied van de ouderenzorg ook in de eerstelijn beschikbaar te maken, gezien het groeiende aantal thuiswonende ouderen. De GZSP is de opvolger van de ‘Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling’ die vanaf 2015 gold. Die expertise is bij verschillende zorgverleners aanwezig, onder meer bij verpleegkundig specialisten in de ouderenzorg. Daarom is het ook voor hen mogelijk om via de GZSP hun expertise in de eerstelijn aan te bieden.

De GZSP betreft generalistische geneeskundige zorg voor specifieke, kwetsbare doelgroepen die thuis wonen. Denk hierbij aan:

  • ouderen met multiproblematiek (somatisch en/of psychisch);
  • mensen met progressieve, degeneratieve neurologische aandoeningen (zoals de ziekte van Parkinson, de ziekte van Huntington, de ziekte van Korsakov en multiple sclerose);
  • mensen met een lichamelijke beperking of niet aangeboren hersenletsel door bijvoorbeeld CVA, trauma of een hersentumor;
  • mensen met een verstandelijke beperking.

Deze patiënten hebben geen indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Zij komen daar ook (nog) niet voor in aanmerking, omdat zij geen 24-uur zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig hebben. Zij hebben wel integrale (en vaak multidisciplinaire) behandeling nodig om zelfstandig te kunnen functioneren. Bij deze zorg is aandacht voor verbetering van de functionele autonomie, voor het voorkomen van verergering van de beperkingen en voor het leren omgaan met de (voortschrijdende) beperkingen. Het verbeteren van de functionele autonomie is een kernwaarde uit de verpleegkunde.

De huisarts (als voorziening) is poortwachter voor de GZSP. Ook de verpleegkundig specialist, werkzaam in de huisartsenpraktijk, kan verwijzen naar de GZSP.

Er kan naar GZSP verwezen worden als aanvullende deskundigheid nodig is voor de zorg aan specifieke patiëntgroepen. Dat gaat op dezelfde manier als verwijzen naar de medisch specialistische zorg verwijst, of naar aanvullende eerstelijnszorg. Reden voor verwijzing naar GZSP kan zijn dat aanvullende diagnostiek nodig is om onderliggende zorgvragen vast te stellen, of dat een specifieke aanpak nodig is om de patiënten zo goed mogelijk te leren omgaan met (de gevolgen van) beperkingen, of om verergering van klachten te voorkomen. Verpleegkundig specialisten in de ouderenzorg weten hier vaak veel van, maar het kan ook zijn dat een andere specialist uitkomst kan bieden.

Ook kan voorafgaand aan een verwijzing de expertise van de VS, SO, AVG of gedragswetenschapper ingeschakeld worden om te bepalen of een verwijzing door de huisarts nodig is. Dit kan door gericht overleg met hen te voeren of de patiënt door te verwijzen voor een consult. Deze professionals kunnen vervolgens nagaan of meer zorg nodig is en zullen zo nodig een behandelplan opstellen.

In sommige gevallen kan dit een eenmalige consult zijn waarin de huisarts of de VS in de huisartsenzorg advies vraagt aan een VS in de ouderenzorg, SO, AVG, gedragswetenschapper, maar er kan ook meer nodig zijn. Deze professionals zullen dan in hun rol als regiebehandelaar een behandelplan opstellen, waarin omschreven staat welke zorg de patiënt nodig heeft (zowel individueel als in een groep). De patiënt kan daarna aan de behandeling beginnen zonder tussenkomst van de huisarts. De huisarts ontvangt hier een afschrift van.

Een regiebehandelaar is verantwoordelijk voor het opstellen van het individueel behandelplan, waarin de zorg van andere zorgverleners is beschreven en stuurt het multidisciplinaire team aan. De regiebehandelaar voert hier regie over en stelt waar nodig dit plan bij. De rol van de regiebehandelaar bij de inzet van multidisciplinaire zorg (volgens standaarden) onderscheiden we van de generalistische (monodisciplinaire) inzet op verzoek van de huisarts.

Regiebehandelaar kan zijn de VS, SO, AVG of gedragswetenschapper. Deze behandelaars leveren de zorg vaak in nauwe samenwerking met andere zorgverleners in een multidisciplinair team. Daarbij is de regierol bij de verpleegkundig specialist, SO, AVG of gedragswetenschapper belegd. Wie deze rol vervult hangt af van de vraag of de somatische of het gedragsmatige aspect voorliggend is. De regiebehandelaar is het eerste aanspreekpunt voor de patiënt in de GZSP behandeling.

Om te kunnen voldoen aan de zorgplicht zullen verzekeraars voldoende aanbod inkopen voor hun verzekerden. Met verzekeraars is afgesproken dat het aanbod dat onder de subsidieregeling door zorgkantoren werd ingekocht, ook wordt ingekocht door zorgverzekeraars. Als er nog niet gecontracteerde zorgaanbieders aanwezig zijn en dit voldoet aan de criteria, kunnen de zorgverzekeraars ervoor kiezen aanvullend te contracteren.

Meer informatie over de GZSP vanaf 01-01-2020 is te vinden op de pagina hierover van de Nederlandse Zorgautoriteit. De regelgeving voor 2021 vindt u hier:

N.B. In de prestaties wordt gesproken over ‘zorg zoals specialisten ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten die plegen te bieden’ of over ‘zorg zoals huisartsen die plegen te bieden’. Dit laat de hiervoor benoemde ruimte voor verpleegkundig specialisten die bekwaam zijn in het betreffende expertisegebied. Een dergelijke benadering geldt ook in de prestatieregels voor de medisch-specialistische zorg waar ‘zorg zoals medisch specialisten die plegen te bieden’ ook de zorg van op het betreffende terrein bekwame verpleegkundig specialisten kan omvatten.

Rond 01-09-2020 worden vragen en antwoorden over de GZSP voor patiënten op de website van de Rijksoverheid geplaatst.