> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

Generieke Module Indiceren en Coördineren in de GGZ wordt aangepast

14 oktober 2020

De Kwaliteitsraad van het Zorginstituut Nederland gaat de concept Generieke Module Indiceren en Coördineren, mede naar aanleiding van de kritiek die V&VN daarop heeft geleverd, aanpassen. In augustus gaven we al aan: de concept module is in de huidige vorm onaanvaardbaar. Het leidt tot hogere administratieve lasten, perkt de ruimte voor verpleegkundig specialisten ggz onnodig in en maakt de rollen van de andere verpleegkundige beroepen zoals SPV’ers onvoldoende helder en passend bij hun specialistische expertise. Irma de Hoop, voorzitter van V&VN Verpleegkundig Specialisten: “Dit voorstel werpt ons 5 jaar terug in de tijd en de patiënt gaat erop achteruit.”

V&VN riep alle in de GGZ werkzame (sociaal-psychiatrisch) verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten op te reageren op het concept, én op onze voorlopige reactie. Meer dan 200 collega’s hebben dat gedaan. Uit hun reacties sprak grote bezorgdheid over het voorstel én steun voor onze belangrijkste kritiekpunten. Zowel als het gaat om de kwaliteit van de zorg als om de ruimte voor een goede beroepsuitoefening. Met deze reacties in de hand zijn we – de voorzitters van de afdelingen GGZ verpleegkunde (Christian Klijs), SPV (Nandl Lokhorst), VS (Irma de Hoop) en de vakcommissie GGZ (Ronald Touw) en ad interim V&VN-voorzitter Gerton Heyne – het gesprek aangegaan met de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut.

Rol verpleegkundigen moet groter

Volgens de Kwaliteitsraad is het niet de bedoeling om iets af te doen aan de taakherschikking en de huidige bevoegdheden en beroepsuitoefening van (sociaal-psychiatrisch) verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Ook wil de Kwaliteitsraad de professionele autonomie en zeggenschap van onze beroepsgroep versterken en ervoor zorgen dat verpleegkundigen beter worden ingezet in de GGZ. Om er zeker van te zijn dat het verpleegkundig perspectief goed meegenomen wordt in de volgende versie van de module, zal de Kwaliteitsraad deze voorleggen aan het nieuwe verpleegkundig lid van de raad en zullen meer onafhankelijke adviseurs met verpleegkundige expertise worden geraadpleegd.

Eind december klaar, is het streven

De Kwaliteitsraad maakt nu een ronde langs alle partijen die op de concept-module hebben gereageerd. Op basis hiervan wordt een volgende versie gemaakt die beter moet passen bij de dagelijkse praktijk van de GGZ. Deze zal nog aan betrokken partijen worden voorgelegd, waarna het de bedoeling is dat de module eind dit jaar klaar moet zijn. Achtergrond

De concept-module moet duidelijkheid scheppen over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de ‘regiebehandelaar’ in de GGZ en van de medebehandelaren. De reden dat het Zorginstituut dit heeft opgepakt, is dat beroeps- en brancheorganisaties in de GGZ daar samen niet uit konden komen. Het Zorginstituut heeft in zulke gevallen binnen haar doorzettingsmacht de taak te bepalen hoe het geregeld moet zijn.

Belangrijkste bezwaren tegen de concept-module

  • De scheiding van indiceren en coördineren leidt tot meer overleg, administratielast en daarmee langere doorlooptijden en toenemende wachtlijsten. Dat gaat ten koste van de tijd voor directe zorg. Zowel de effectiviteit als de efficiëntie van zorg nemen af.
  • In de beschreven module kan de verpleegkundig specialist haar beroep niet meer in volledigheid uitvoeren, wanneer zij niet kan optreden als indicerend hulpverlener. Dit achten wij onacceptabel en juridisch onhoudbaar.
  • De SPV moet haar beroep in de coördinerende rol uit kunnen oefenen, zoals bedoeld volgens het expertisegebied. Het medebehandelaarschap van de SPV, met al haar specialistische kennis en ervaring, moet daarom verder worden uitgewerkt en beter worden beschreven.
  • Mocht de Kwaliteitsraad tóch overgaan op invoering van de GM I&C dan moet in de beschrijving van de indicerend zorgverlener worden toegevoegd dat de competenties verkregen dienen te zijn door een beroepsopleiding met “specialisme in de ggz op academisch/nlqf7 niveau”. Dit moet het mogelijk maken dat verpleegkundig specialisten hun beroep volledig kunnen uitoefenen als indicerend zorgverlener.
  • Mocht de module ingevoerd worden dan dient ook bij de beschrijving van de competenties van de coördinerend zorgverlener meer duidelijkheid te komen over de verschillende niveaus en rollen in de verpleegkundige beroepsuitoefening. Waarbij de coördinerende rol in de behandeling voorbehouden moet zijn aan VS en SPV.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op de website van V&VN.