> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

Radicaal aansluiten helpt onze cliënten en bewoners

09 mei 2020

In een serie verhalen over de werkzaamheden verpleegkundig specialisten in de coronatijd, vandaag de beurt aan voorzitter Irma de Hoop. Recent maakte zij de overstap van opleider naar de ouderenzorg, naast haar werk in de kinder- en jeugdpsychiatrie.

Dit jaar vier ik mijn 10-jarig jubileum als verpleegkundig specialist GGZ. In die tien jaar heb ik veel mensen op weg mogen helpen om zelf de regie over hun leven weer terug te krijgen. Ik heb mooie en moeilijke gesprekken gevoerd en zinvolle dingen gedaan. Zo kijk ik met veel plezier terug op het drang- en dwangproject dat ik mocht leiden, met als uitkomst een vermindering van 80% aan separatie-uren. Als opleider voor verpleegkundigen in opleiding tot specialist heb ik zo’n veertig mensen mogen opleiden tot verpleegkundig specialist GGZ. Soms kom ik patiënten van “mijn” verpleegkundig specialisten tegen, en dan vraag ik altijd wat ze van hun behandelaar vinden. Vrijwel zonder uitzondering zijn de patiënten tevreden. Dat is voor mij de belangrijkste graadmeter dat ik mijn werk goed heb gedaan. Na tien jaar opleiderschap vond ik het tijd voor iets anders. En gelukkig vond ik wat anders. Per 1 april werk ik twee dagen in de week in een verpleeghuis. Het bleek een overstap in een bijzondere tijd.

Ik heb nu dus drie functies, of eigenlijk vier, als je het voorzitterschap van V&VN VS erbij optelt. In alle functies is de invloed van het coronavirus immens. In mijn werk als regiebehandelaar op een deeltijdafdeling voor pubers met autisme geldt dat we niet fysiek bij elkaar mogen komen. Om contact te houden is er geregeld telefonisch contact met de kinderen en hun ouders. Er wordt zo goed en zo kwaad als het gaat, online groepsbehandeling gegeven. Sommige kinderen willen absoluut niet in beeld of online meepraten. Dat respecteren we. Het lukt hen dan vaak wel om mee te luisteren met wat er in de groep gebeurt en zo is er nog wat onderling contact. Maar eerlijk is eerlijk: de voortgang in de behandelingen ligt zo goed als stil.

De evaluaties, intakes en zorgafstemmingsgesprekken doen we online. Soms lukt dat goed, andere keren niet, bijvoorbeeld doordat we te veel non-verbale communicatie missen. We merken opnieuw hoe belangrijk het is om die non-verbale communicatie op te pikken als mensen zich verbaal minder goed uit kunnen uitdrukken.

Als opleider zijn de aanpassingen niet zo ingewikkeld. We kunnen ons prima redden. De lessen voor studenten zijn online te volgen en de supervisies doen we via skype. Tegen de tijd dat de halfjaarlijkse beoordeling weer plaats moeten vinden, kan dat waarschijnlijk weer op locatie.

Dan mijn werk in het verpleeghuis. Het is een rare tijd om aan een nieuwe baan te beginnen. Na anderhalve maand op mijn nieuwe werk heb ik nog niemand de hand geschud bijvoorbeeld. Dat is echter een kleinigheid vergeleken met de invloed van de maatregelen op de bewoners. Afgelopen week werd ik bij een 90-jarige vrouw geroepen. Volgens de verzorgenden was ze verward en boos. Haar man was langs geweest. Hij stond buiten en ze wilde naar hem toe. Ze begreep niet waarom dat niet mocht en raakte overstuur. Ze maakte een slaande beweging en reed met haar rollator tegen een groot raam. Ze vertelde me waarom ze boos was: “We zijn al 70 jaar getrouwd en nu mag ik hem niet eens kussen!” zei ze toen ik haar sprak.

Met een verzorgende, kwaliteitsverpleegkundige en een ANIOS met wie ik samenwerk analyseerden de situatie en het gesprek dat we met haar hadden. We kwamen we tot concrete aanwijzingen voor de benadering bij boosheid. De ‘Ventilate Validate Reality testing’ methode die in de GGZ geregeld gebruikt wordt, veranderden we in ventileren, valideren, afleiding bieden, met uiteraard de afspraak dagelijks te kijken hoe het gaat. In gesprek met de dochter en man van deze dame kwamen we tot een alternatief voor het bezoek voor het raam. Ook waren er aanwijzingen voor een blaasontsteking, die na een test ook daadwerkelijk aanwezig bleek te zijn.  In een verpleeghuis zijn problemen vaak multifactorieel.

Diezelfde middag werd ik voor een consult gevraagd bij een man die twee weken eerder was opgenomen op een afdeling voor gerontopsychiatrie. Hij was overgeplaatst uit een verzorgingshuis waar corona heerst, en hij moest twee weken in quarantaine blijven. In die tijd waren er twee ernstige agressie-incidenten geweest. We bespraken de impact op het team en analyseerden de situatie. Het bleek dat er was ingezet op het voorkomen van incidenten en in het streven naar maximale veiligheid van deze man en zijn omgeving. We stelden vast dat de quarantaine te veel beperkingen in zijn bewegingsvrijheid tot gevolg had gehad. Hij kon hierdoor zijn spanning niet kwijt en dat had waarschijnlijk de agressie in de hand gewerkt.

Nu de twee weken quarantaine erop zaten, konden we weer wat ruimte bieden aan de letterlijke beweging, maar ook aan de manier waarop hij gewend was zijn spanningen te reguleren. Radicaal aansluiten, acceptatie en gaan begrijpen wat er voor hem op het spel staat, gaat hopelijk helpen om agressie in de toekomst te voorkomen.

In 1837 werd Johannes van Duuren (1804-1873) benoemd tot opzichter in het dolhuis in Nijmegen. Hij introduceerde liefdevolle en doeltreffende verpleging in de krankzinnigenzorg, zoals het destijds werd genoemd. Hij verdiepte zich in nieuwe inzichten en bevrijdde de mensen uit de ketens waar ze tot dan toe mee aan de muur zaten. Uiteraard was er maatschappelijk weerstand tegen de aanpak van Johannes, maar hij geloofde in zijn werk en volhardde.

Dankzij mensen als Johannes is de gezondheid, het functioneren, kwaliteit en waardigheid van het leven van mensen met geestelijke problemen enorm verbeterd. Ik mag werken met verzorgenden en verpleegkundigen die samen met mij na willen denken en zich in willen zetten om deze waarden nog zichtbaarder te maken in de zorg. Daar ben ik dankbaar voor. Ik ben trots op deze kanjers, die zich ook onder verzwaarde omstandigheden inzetten om kwaliteit en waardigheid toe te voegen aan het leven van deze – vaak onbegrepen – en kwetsbare mensen.