> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

IGZ gaat strenger toezien op voorschrijven UR-geneesmiddelen

31 januari 2016

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verscherpt vanaf 1 februari 2016 het toezicht op de wijze van voorschrijven van UR-geneesmiddelen, zo blijkt uit een brief die de IGZ op 21 december 2015 aan alle zorginstellingen heeft verstuurd.

 

Behalve het toezien op de wijze van voorschrijven, gaat de inspectie er ook op toezien dat instellingen lokaal over duidelijke regelingen beschikken en dat individuele professionals de grenzen van hun bevoegdheid in acht nemen.

 

Sinds 1 januari 2012 hebben verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA) voor vijf jaar de wettelijke bevoegdheid om zelfstandig bepaalde voorbehouden handelingen te indiceren en te verrichten. Hieronder valt ook het voorschrijven van UR-geneesmiddelen. De grenzen aan deze zelfstandige bevoegdheid zijn gesteld door het deskundigheidsgebied, de beperkte complexiteit , de routinematigheid, de eis dat de risico’s goed te overzien moeten zijn, het volgen van de landelijke richtlijnen, protocollen en standaarden en de individuele bekwaamheid. Voor de VS geldt bovendien dat hij/zij UR-geneesmiddelen mag voorschrijven binnen 1 van de 5 profielen waarin de VS is ingeschreven en dat de patiëntencategorieën moeten zijn aangemerkt.

 

De afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in de in november 2012 overeenkomen Handreiking Voorschrijfbevoegdheid VS/PA (KNMP, NVZA, V&VN VS en NAPA, zie hier).

 

Welke geneesmiddelen de VS mag voorschrijven is afhankelijk van de invulling van de hierboven genoemde grenzen. De reikwijdte van de voorschrijfbevoegdheid wordt derhalve bepaald door de betrokken beroepsbeoefenaren gezamenlijk. Welke geneesmiddelen de VS mag voorschrijven zal afhangen van de lokale situatie en instelling en hiervoor moeten (lokaal) afspraken worden gemaakt welke worden vastgelegd.

 

De VS is er zelf verantwoordelijk voor dat hij binnen zijn eigen deskundigheidsgebied en binnen de gemaakte afspraken voorschrijft en dat hij zijn kennis en bekwaamheid op peil houdt.

 

Het Werkformulier Implementatie Taakherschikking Verpleegkundig Specialist kan een kader bieden om de afspraken omtrent het voorschrijven vast te leggen (zie hier, KNMG, V&VN VS, NAPA, 2012, versie september 2015). De verpleegkundig specialist kan bijvoorbeeld een lijst opstellen van diagnosen, met de daarbij behorende evidence-based richtlijnen, waarvoor hij of zij zich bekwaam acht. Binnen de richtlijn is dan aangegeven welke medicijnen de verpleegkundig specialist kan voorschrijven of met welke medicatie gestopt kan worden.

 

In alle gevallen bewaakt de verpleegkundig specialist scherp de grenzen van haar deskundigheidsgebied en bekwaamheid, net zoals elke beroepsbeoefenaar dat hoort te doen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt uitsluitend bij de verpleegkundig specialist zelf.

 

In het toezicht gaat de Inspectie na of men voldoet aan wet- en regelgeving en de veldnormen en of er sprake is van verantwoorde en veilig zorg.  Het bestuur van V&VN VS heeft alle vertrouwen dat dat het geval is, en dat onze beroepsgroep zeer goed in staat is tot veilig en verantwoord voorschrijven binnen de daarvoor gestelde wettelijke kaders.

 

Lees hier de brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.