> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

Commissie Meurs

12 juni 2015

Regiebehandelaar
Op 18 mei 2015 introduceerde de commissie Meurs in haar advies Hoofdbehandelaar GGZ als noodgreep een nieuwe term in de gezondheidszorg: “regiebehandelaar”. De regiebehandelaar komt in de plaats van de hoofdbehandelaar en neemt, zoals de naam al doet vermoeden, de regie in een behandeling. De regiebehandelaar hoeft niet alle zorg zelf uit te voeren, maar is er verantwoordelijk voor dat alle onderdelen van de behandeling en begeleiding op elkaar zijn afgestemd. De commissie is afgestapt van de limitatieve lijst van beroepen die in aanmerking kwamen voor het hoofdbehandelaarschap, maar heeft een kader gegeven. Alle mensen die een relevante (post)masteropleiding (minimaal niveau 7) hebben genoten welke onderworpen is aan een systeem van accreditatie en heraccreditatie, BIG-geregistreerd zijn, en structureel intercollegiale toetsing ondergaan kunnen regiebehandelaar zijn.

Taakherschikking
De V & VN VS is blij met dit advies, omdat dit het mogelijk maakt om op een kwalitatief goede manier vorm te geven aan taakherschikking. Het gaat hierbij niet letterlijk om het herschikken van taken, maar om het herschikken van behandelaren en cliënten. Daarbij moet de hulpvraag van de cliënt het uitgangspunt zijn. De behandelaar die deze hulpvraag het best kan beantwoorden, wordt, in samenspraak met de cliënt, de regiebehandelaar. Ligt de nadruk in de behandeling op diagnostiek en medicamenteuze behandeling, dan zal dat de psychiater zijn. Als gedrag en gedragsverandering op de voorgrond staat, dan is de (klinisch) psycholoog het meest geschikt. Maar als de voornaamste hulpvraag samenhangt met de gevolgen van de ziekte of aandoening en functionele beperkingen, dan is de verpleegkundig specialist GGZ de geëigende behandelaar.

Doorzettingsmacht
De commissie beveelt aan een landelijk kwaliteitsstatuut op te stellen en daarin te beschrijven op welke manier de multidisciplinaire samenwerking plaats moet vinden en wanneer andere disciplines bij de behandeling betrokken moeten worden. De V & VN VS is van mening dat hierbij een opsomming van situaties waarbij een andere deskundigheid nodig is, moet worden vermeden. Door de eisen die gesteld worden aan regiebehandelaren, kan er vanuit worden gegaan dat zij in staat zijn om op adequate wijze regie te voeren over de behandeling en begeleiding en daarbij de grenzen van de eigen deskundigheid te kennen. Van de regiebehandelaar moet worden verwacht dat hij weet in wanneer hij andere deskundigheid moet inschakelen. Daarbij zijn ellelange, maar nooit complete lijsten over wie er bij welke situatie geconsulteerd zou moeten worden niet alleen overbodig, maar ze kunnen ook beperkend zijn en werken bureaucratie in de hand. Wel moeten er goede afspraken komen over multidisciplinaire samenwerking en de doorzettingsmacht van de regiebehandelaar.