> Word lid > Aanmelden nieuwsbrief

Nieuwsberichten

> Alle berichten bekijken

Knelpunten financiering palliatieve zorg

13 augustus 2017

Al langere tijd wordt nagedacht over het oplossen van knelpunten in de financiering van de palliatieve zorg. Begin juli 2017 verscheen de nieuwe handreiking financiering palliatieve zorg, opgesteld door IKNL en Palliactief (de Nederlandse vereniging voor professionele palliatieve zorg). En ook de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) publiceerde in juli een rapport “Palliatieve zorg op maat” en een informatiekaart om zorgaanbieders te informeren over de bekostiging van palliatieve zorg. V&VN Verpleegkundig Specialisten dacht bij monde van Sylvia Verhage, voorzitter van het Netwerk VS Oncologie, mee over dit thema. Dit bericht is in aangepaste vorm overgenomen van de website van de NZa.

Uit een analyse van de NZa blijkt voor zorgaanbieders de regelgeving voor deze vorm van zorg niet altijd helder te zijn. De NZa wil met de informatiekaart duidelijk maken dat er al veel mogelijk is op het gebied van palliatieve zorg. Daarnaast presenteren we zeven verbeterpunten om nog vaker zorg op maat en samenwerking tussen verschillende zorgprofessionals mogelijk te maken.

De huidige wet en regelgeving is erop gericht dat mensen kunnen kiezen waar ze willen sterven en dat de plaats van voorkeur ook beschikbaar en betaalbaar is. De verschillen tussen de zorgvragen van patiënten zijn groot. Om zoveel mogelijk aan de wensen van patiënten tegemoet te komen bieden zowel ziekenhuizen, verpleeghuizen en de eerstelijnszorg palliatieve zorg aan vanuit de zorgverzekeringswet en de wet langdurige zorg. De NZa gaat met zorgaanbieders onderzoeken hoe de verschillende vormen van palliatieve zorg beter op elkaar afgestemd kunnen worden, zodat patiënten daarin makkelijker hun weg kunnen vinden.

De NZa heeft 35 signalen vanuit zorgaanbieders opgepakt en per signaal bekeken of er sprake is van een knelpunt op het gebied van betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van zorg. Als dit het geval is hebben we concrete acties geformuleerd.

De laatste jaren zijn verschillende maatregelen/initiatieven genomen om zorg op maat en samenwerking tussen zorgprofessionals mogelijk te maken. De NZa constateert zeven algemene verbeterpunten om de bekostiging van palliatieve zorg verder te ontwikkelen. Zo willen we bijvoorbeeld de bekostiging vereenvoudigen, de regionale samenwerking stimuleren en de bekostiging aan laten sluiten op het kwaliteitskader palliatieve zorg. De verbeteracties liggen niet alleen bij de NZa, maar ook bij het ministerie van VWS, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

Hiernaast ziet de NZa ook knelpunten die in een bepaalde sector spelen. In de langdurige zorg vervalt de indicatiestelling voor palliatieve zorg door het CIZ. De NZa past de regelgeving aan om zo de administratieve last terug te dringen en direct financiële middelen vrij te maken voor maatwerk aan de patiënt. De NZa adviseert ook de ggz en de gehandicaptenzorg hierin te betrekken.

In de ziekenhuiszorg maakt een algemeen geldende regel in het dbc-systeem dat de inzet van een palliatief team regelmatig niet vergoed wordt. We hebben de regelgeving aangepast. Dit geldt onder meer de inzet van de verpleegkundig specialist.

Verpleegkundig specialist

Een van de geanalyseerde knelpunten betrof de inzet van de verpleegkundig specialist (en andere beroepsbeoefenaren die de zogenaamde ‘poortfunctie’ mogen vervullen, bijvoorbeeld de specialist ouderengeneeskunde). Begeleiding van de patiënt door een poortfunctionaris van het palliatief team kan niet gedeclareerd worden vanwege regelgeving van de NZa. De NZa herkent het signaal. Een verpleegkundig specialist kan inderdaad geen medebehandeling registreren bij een klinisch opgenomen patiënt. Wel mag een verpleegkundig specialist zelfstandig een zorgtraject palliatieve zorg openen en poliklinische consulten doen, registreren en declareren. De klinische situatie komt echter vaker voor. Dit signaal is besproken: alle partijen onderschrijven dit als een serieus knelpunt.

In het SONCOS normeringsrapport 2017 staat dat het team palliatieve zorg uit ten minste twee medisch specialisten en een verpleegkundig specialist bestaat. In de regelgeving van de NZa staat beschreven dat het palliatief overleg uit tenminste twee poortspecialisten moet bestaan.

Conclusie: de verpleegkundige specialist kan ook het specialistisch advies en begeleiding aan de palliatieve patiënt in het ziekenhuis doen. Het is belangrijk dat dit niet tot problemen met de declaratie leidt. De NZa constateert een knelpunt in de bekostiging van medebehandeling door de verpleegkundig specialist.

Het komt geregeld voor dat een patiënt is opgenomen bij de behandelend specialist en dat er palliatief advies/begeleiding van het gespecialiseerd palliatief team nodig is. In dat geval wordt er voor advies/begeleiding door het palliatief team een parallel traject geopend. Gesprekken met de patiënt worden geregistreerd met een medebehandeling of icc*. Voor deze twee type consulten geldt echter dat de regelgeving bepaalt dat ze alleen mogen worden vastgelegd als sprake is van medebehandeling/icc door een ander specialisme dan het specialisme van de eigen zorgverlener. Het komt regelmatig voor dat het gesprek met de patiënt gevoerd wordt door een arts of verpleegkundig specialist met hetzelfde specialisme als de eigen zorgverlener. De regelgeving staat dit echter niet toe. Naar verwachting is deze regelgeving verantwoordelijk voor een groot deel van de uitval van palliatieve zorg.

Het is niet wenselijk om voor palliatieve zorg een uitzondering te maken op de omschrijving van medebehandeling en icc. Daarom stelt de NZa voor om een nieuwe zorgactiviteit (ZA) aan te maken voor het consult voor palliatieve zorg. Wanneer een van de leden van het gespecialiseerd palliatief team een patiënt (en zijn hoofdbehandelaar) adviseert en begeleidt, mag deze zorgactiviteit worden geregistreerd. Het concrete (tekst)voorstel en de exacte registratie-eisen worden ontwikkeld met partijen en geconsulteerd in aanloop naar het dbc-pakket voor 2018. Van deze zorgactiviteit kan ook de verpleegkundig specialist gaan gebruikmaken.

V&VN Verpleegkundig Specialisten hoopt dat ook de knelpunten in de declaratie van andere klinische consulten door verpleegkundig specialisten op een dergelijke wijze kan worden aangepast.

Verder lezen

Palliatieve zorg is maatwerk en om dat te realiseren is de bekostiging complex geworden. Deze inventarisatie zien we als een eerste stap om tot verbeteringen te komen. De NZa organiseert op korte termijn ronde tafelgesprekken met experts, zorgaanbieders en zorgverzekeraars om meer inzicht te krijgen hoe de bekostiging kan bijdragen aan goede palliatieve zorg op de juiste plaats en het juiste moment.

Verder lezen? Download hier de bijbehorende stukken van de NZa en IKNL/Palliactief.

Informatiekaart Samenwerking en Betaalbaarheid Palliatieve zorg op maat (NZa)

Rapport palliatieve zorg op maat (NZa)

Handreiking Financiering Palliatieve Zorg 2018 (IKNL en Palliactief)

 

 

*

Medebehandeling (190017) > Er is sprake van medebehandeling wanneer een medisch specialist (of arts- assistent) die de poortfunctie uitvoert een patiënt voor een eigen zorgvraag gaat behandelen. Dit doet hij op verzoek van een ander poortspecialisme tijdens een klinische opname waarbij één of meer verpleegdagen en/of ic-behandeldagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd. Deze zorgactiviteit kan per consult in het kader van medebehandeling worden vastgelegd.

Klinisch intercollegiaal consult (icc) (190009) > Een diagnostisch of screenend contact van een medisch specialist (of arts-assistent) die tijdens een klinische opname voor een ander specialisme de poortfunctie uitvoert op verzoek van de hoofdbehandelaar met een patiënt.